Nieuwsbrief

April 2006

 

 

Terugblik informatiebijeenkomsten

Op 22 en 29 maart zijn er informatiebijeenkomsten gehouden over de aanpak van de Bomenwijk. Op deze bijeenkomsten zijn ruim 100 bewoners geweest. De bewonerswerkgroep heeft de bijeenkomsten aangegrepen om te presenteren wat zij sinds afgelopen zomer gedaan heeft en wat dat heeft opgeleverd. Een samenvatting van deze presentatie is in deze nieuwsbrief opgenomen. Tijdens de bijeenkomsten konden bewoners met vragen en opmerkingen terecht bij leden van de bewonerswerkgroep en medewerkers van Vestia en de gemeente. De meeste vragen gingen over de Bomenwijkgarantie: stelt die eigenlijk wel zoveel voor als wordt gesuggereerd? In deze nieuwsbrief proberen we de vragen over de Bomenwijkgarantie zo goed mogelijk te beantwoorden.

Presentatie bewonerswerkgroep


Tijdens de informatiebijeenkomsten op 22 en 29 maart heeft Jos van Leur verschillende keren een presentatie gegeven van wat de bewonerswerkgroep sinds afgelopen zomer gedaan en bereikt heeft. Hierna volgt een samenvatting van zijn verhaal.

Vanaf eind 2003 heeft Vestia verschillende keren plannen voor de Bomenwijk gepresenteerd, waarin werd uitgegaan van sloop van alle portiekflats en alle duplexwoningen. Vestia vond de kwaliteit van deze woningen slecht en renovatie geen goede oplossing om daar wat aan te veranderen. In plaats van de te slopen woningen moest nieuwbouw komen, alleen zou het aantal woningen veel lager worden en het aandeel sociale huurwoningen afnemen van 90% naar 40%.

Veel bewoners waren boos en geschokt over de plannen en tijdens verschillende informatiebijeenkomsten hebben zij dat ook aan Vestia en de gemeente kenbaar gemaakt. Zij benadrukten de sociale samenhang in de wijk en wilden niet dat deze door ingrijpende sloopplannen verloren zou gaan. Over de uitkomsten van het onderzoek naar de renovatiemogelijkheden was grote twijfel.

De bewonerswerkgroep heeft de mening van de bewoners in het overleg met Vestia steeds naar voren gebracht. Dat heeft af en toe geleid tot kleine aanpassingen van de plannen, maar op hoofdlijnen hield Vestia vast aan de sloopplannen. Na de inloopmarkt van juni 2005 was voor de bewonerswerkgroep de maat vol. Het overleg over de plannen werd opgeschort en zou pas weer plaatsvinden, nadat een nieuw renovatieonderzoek en een bewonersenquête hadden plaatsgevonden. Met deze eis heeft Vestia vervolgens ingestemd.

Het nieuwe renovatieonderzoek is in het najaar van 2005 uitgevoerd door een architectenbureau, dat door de bewonerswerkgroep is voorgedragen. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is "… dat de vernieuwing van de wijk in grotere mate door middel van renovatie kan plaatsvinden dan in het vernieuwingsplan tot op heden is aangenomen. Het samenvoegen en renoveren van de duplexwoningen leidt tot een product dat financieel een goed alternatief is voor sloop en nieuwbouw van deze woningen. Een ingrijpende renovatie van de portiekflats ligt vanwege de relatief hoge kosten minder voor de hand, maar kan om andere dan financiële redenen overwogen worden." Met andere woorden: sloop is niet de enige oplossing.

Ook in het najaar is een uitgebreide bewonersenquête gehouden. Inspanningen om iedereen te bereiken en indien nodig te helpen, hebben geleid tot een ongekend hoge deelname. Meer dan 70% van de bewoners heeft de enquête ingevuld en daardoor zijn er betrouwbare uitspraken over hun mening te doen. 71% van de bewoners heeft aangegeven in de wijk te willen blijven wonen, 8% wil wel weg en 21% maakt het niet uit. Per woningtype zijn er verschillen, maar ook de bewoners van de portiekflats en duplexwoningen willen in ruime meerderheid blijven. Ontevreden waren de bewoners vooral over de geluidsisolatie, zeer positief waren ze over de contacten en de sfeer in de wijk.

Om steun voor haar ideeën te verwerven, heeft de bewonerswerkgroep na de zomer contact gehad met verschillende fracties uit de gemeenteraad. Dat resulteerde in een motie die de gemeenteraad op 1 november heeft aangenomen met steun van alle partijen behalve de SP. In deze motie wordt het college van burgemeester en wethouders opgedragen dat zij moet toetsen, of bij nieuwe plannen wel voldoende gezocht is naar mogelijkheden voor behoud en renovatie van de woningen. Ook spreekt de motie zich uit voor een terugkeergarantie voor de huidige bewoners door een maximale toewijzing van nieuw gebouwde en gerenoveerde woningen aan bewoners van de Bomenwijk.

Vanaf najaar 2005 heeft de bewonerswerkgroep intensief met Vestia en de gemeente onderhandeld over de aanpak van de Bomenwijk. Dat heeft onder meer het volgende opgeleverd:

§         Het plan van Vestia van 15 juni 2005 is van tafel.

§         Er zijn nu goede afspraken gemaakt over het eerste deelplan.

§         De nieuwe woningen in deelplan 1 zijn allemaal sociale huurwoningen.

§         Eén portiekflat wordt ingrijpend gerenoveerd en de woningen krijgen een huur die aanzienlijk lager is dan nieuwbouw.

§         Eén blokje duplexwoningen wordt samengevoegd tot eengezinswoningen.

§         Alle woningen in deelplan 1 zijn bestemd voor huidige bewoners van de wijk.

§         Voor de zomer wordt vastgesteld welke woningen tot deelplan 2 behoren.

§         Bij het bepalen van wat er met de woningen in een deelplan gebeurt, zijn de wensen en behoeften van de huidige bewoners steeds een belangrijk uitgangspunt. Daarnaast wordt rekening gehouden met de evaluatie van wat in eerdere deelplannen gebouwd of gerenoveerd is.

§         Alle huurders die op 7 maart 2006 in de wijk woonden, krijgen een 'Bomenwijkgarantie' en kunnen daarmee in de Bomenwijk blijven of er terugkeren in een (financieel) passende woning.

Een uitgebreid overzicht van de afspraken is opgenomen in de informatiekrant, die iedereen in de bus heeft gehad.

Op 23 maart heeft een commissie van de gemeenteraad de nieuwe plannen voor de aanpak van de Bomenwijk besproken. De meeste raadsleden waren positief over de bereikte resultaten. Ze gaven aan dat zij ook in de toekomst de plannen zullen blijven beoordelen op basis van de motie van 1 november 2005 (mogelijkheden voor renovatie en waarmaken van de terugkeergarantie). Tijdens de vergadering heeft ook de wethouder zich nadrukkelijk uitgesproken over de terugkeergarantie: de gemeente moet ervoor zorgen dat deze door Vestia wordt waargemaakt.

De bewonerswerkgroep blijft zich ook de komende tijd inzetten voor de belangen van de bewoners van de Bomenwijk. Niet alleen bij de vaststelling van deelplan 2, maar bijvoorbeeld ook bij het maken van een goed beheerplan voor het schoon, veilig en bereikbaar houden van de wijk. De bewonerswerkgroep hoopt dat zij daarbij de steun en hulp van bewoners uit de wijk krijgt en nodigt geïnteresseerde bewoners dan ook graag uit tot deelname aan de werkgroep.



Vragen over de Bomenwijkgarantie


Wat houdt de Bomenwijkgarantie precies in?

§         Iedereen die op 7 maart 2006 in de Bomenwijk woont, krijgt de garantie dat hij/zij er kan blijven wonen of er kan terugkeren.

§         Vestia zorgt voor voldoende (financieel) passende woningen voor de huidige bewoners.

§         Als het niet mogelijk is direct te verhuizen naar een nieuwe of gerenoveerde woning, biedt Vestia de mogelijkheid om eerst tijdelijk door te schuiven naar een nog aan te pakken woning in de wijk. Als die woning aan de beurt is, is er opnieuw recht op urgentie en verhuiskostenvergoeding.

§         Wanneer er geen tijdelijke woning binnen de Bomenwijk beschikbaar is, kan het zijn dat een bewoner naar een woning buiten de wijk moet verhuizen. Met de Bomenwijkgarantie kan deze bewoner later weer terugkeren naar een woning in de Bomenwijk.

Als het aantal woningen in de Bomenwijk terugloopt, kan Vestia de Bomenwijkgarantie toch nooit waarmaken?

§         Doordat er grotere en meer woningen met een eigen entree aan de straat worden gerealiseerd, zal het aantal woningen in de Bomenwijk de komende tien jaar inderdaad afnemen. De verwachting is echter dat er voor de huidige bewoners ook minder woningen nodig zijn.

§         Volgens de Bomenwijkgarantie kan iedere bewoner die op 7 maart 2006 in de Bomenwijk woont, er blijven wonen of er terugkeren. Blijven of terugkeren is echter geen verplichting. De Bomenwijkgarantie is een recht, waarvan je gebruik kunt maken als je dat wilt. Uit de bewonersenquête blijkt dat niet iedereen in de Bomenwijk wil blijven wonen. Een kleine 30% van de huidige bewoners wil liever naar elders vertrekken, of heeft nog geen keuze gemaakt voor blijven of vertrekken. Hoeveel bewoners er uiteindelijk voor kiezen in de Bomenwijk te blijven, valt nu niet te voorspellen. Maar op grond van de bewonersenquête kunnen we verwachten, dat er voor de blijvers minder woningen nodig zijn dan nu in de Bomenwijk staan.

§         Behalve met vertrek uit de wijk bij herhuisvesting, hebben we ook te maken met de gewone nieuwe verhuringen. Door vrijwillige verhuizingen en door overlijden is de afgelopen jaren gemiddeld steeds ongeveer 10% van woningen per jaar van huurder veranderd. Ook tijdens de ongeveer tien jaar dat aanpak van de Bomenwijk duurt, zullen op deze manier huidige huurders de wijk verlaten. De leegkomende woningen worden in eerste instantie gebruikt voor doorschuiven binnen de wijk. Pas als de woningen daarvoor niet nodig zijn, kunnen ze ook verhuurd worden aan bewoners van buiten de wijk. De Bomenwijkgarantie is voor deze nieuwe bewoners echter niet van toepassing, omdat zij op 7 maart 2006 nog niet in de wijk woonden. Als zij op een later moment hun woning vanwege de aanpak moeten verlaten, hebben deze nieuwe bewoners dus geen recht op een vervangende woning in de Bomenwijk. Ook door de gewone mutaties zal het aantal voor blijvers benodigde woningen dus afnemen.

§         De verwachting is dat de Bomenwijkgarantie kan worden waargemaakt door vrijwillig vertrek bij herhuisvesting en door gewone mutaties. Maar ook als deze verwachting niet uitkomt, worden bewoners niet gedwongen de wijk te verlaten. Met Vestia is afgesproken dat er in dat geval passende maatregelen worden genomen. Bijvoorbeeld aanpassing van de plannen, wijziging van het tempo van de aanpak, of het eerst als sociale huurwoning verhuren van duurdere woningen.

Is de wens van Vestia en de gemeente om ook duurdere (koop)woningen te maken, niet strijdig met de Bomenwijkgarantie?

§         Het klopt dat Vestia en de gemeente afspraken hebben gemaakt over de door hen gewenste toekomstige verdeling van de woningvoorraad. Volgens die verdeling heeft de Bomenwijk na de vernieuwing slechts 40% sociale huurwoningen en 15% sociale koopwoningen. De overige 45% zijn middeldure en dure koopwoningen.

§         De gewenste woningverdeling kan echter alleen gerealiseerd worden als alle huidige bewoners die willen blijven of terugkeren, aan een passende woning kunnen worden geholpen. Want volgens de afspraken die met de bewonerswerkgroep zijn gemaakt, moet eerst de Bomenwijkgarantie voor de huidige bewoners worden waargemaakt.

§         Vestia kan er voor kiezen al in een eerder stadium van de aanpak middeldure woningen te bouwen, maar zal deze woningen in eerste instantie als sociale huurwoning moeten verhuren als dat voor de herhuisvesting nodig is. Pas als de eerste bewoner van zo'n nieuwe woning op een later moment vrijwillig verhuist, kan Vestia de woning alsnog in de gewenste prijscategorie verhuren of verkopen.

Wat heb ik aan een Bomenwijkgarantie, als ik de nieuwe woningen niet kan betalen?

§         De Bomenwijkgarantie stelt inderdaad alleen wat voor, als je er als bewoner ook echt gebruik van kunt maken. Op aandringen van de bewonerswerkgroep heeft Vestia daarom toegezegd te zorgen voor voldoende financieel passende woningen voor bewoners die in de Bomenwijk willen blijven of terugkeren. Voor een groot deel van de huidige bewoners van de Bomenwijk is een sociale huurwoning financieel passend, voor een kleiner deel een (iets) duurdere woning.

§         De huur van de nieuwe én de gerenoveerde woningen zal hoger liggen, dan nu in de Bomenwijk betaald wordt. Een klein deel van deze verhoging zal waarschijnlijk goedgemaakt worden door lagere stookkosten, maar dan nog zal het huurverschil in veel gevallen aanzienlijk zijn. Niet alle bewoners zullen een sociale huurwoning daarom zomaar zelf kunnen betalen. Afhankelijk van hun inkomen kunnen zij echter in aanmerking komen voor de huurtoeslag (tot 1 januari 2006 heette dit huursubsidie), die het rijk verstrekt als bijdrage in de voor hen te hoge huur. Huurtoeslag is geen gunst, maar een in de wet vastgelegd recht.

§         Voor bewoners met de laagste inkomens wordt een groot deel van de hogere huur bij verhuizing naar een nieuwe of gerenoveerde woning gecompenseerd door de (hogere) huurtoeslag. Volgens berekeningen van Vestia en de gemeente gaan deze bewoners zelf gemiddeld ongeveer € 30,- per maand meer aan huur betalen. Als je weinig te besteden hebt, is dat nog steeds een hoop geld. Er staat echter wel tegenover dat je voor dat bedrag wel een woning met een veel hogere kwaliteit en comfort krijgt.

§         Bewoners met een wat hoger inkomen dan het minimum, krijgen een lager bedrag aan huurtoeslag of misschien wel helemaal niets. Zij moeten daardoor bij verhuizing naar een andere woning een groot deel van de hogere huur of zelfs het hele bedrag zelf betalen. Bij verhuizing van een portiekflat naar een nieuwbouwwoning kan de huursprong voor hen daardoor wel oplopen tot € 150,- per maand. Volgens de regels van de huurtoeslag moeten ze dat misschien wel kunnen betalen, maar voor de meeste bewoners betekent het wel een forse wijziging van hun bestedingspatroon. Juist om deze groep bewoners tegemoet te komen, heeft de bewonerswerkgroep zich ingezet voor renovatie van een deel van de portiekflats. De bewonerswerkgroep gaat bij renovatie uit van een in het renovatieonderzoek voorgestelde ingreep, waarbij de huur aanzienlijk lager is dan de huur van een vergelijkbare nieuwbouwwoning. Voor bewoners met weinig of geen huurtoeslag kan de huursprong daardoor toch beperkt blijven. Vestia heeft toegezegd in deelplan 1 één blok met portiekflats te willen renoveren. Maar als dat leidt tot een goede oplossing, zal de bewonerswerkgroep zich zeker ook voor renovatie in volgende deelplannen sterk maken.

 Terug naar overzicht